Een werkende moeder. Iets wat tegenwoordig steeds meer als normaal wordt gezien, dan een uitzondering. Onder andere dankzij de stijgende kinderopvangtoeslag, het toenemende banenaanbod en de mogelijkheid om flexibel te kunnen werken. Ik vind het fijn. Maar soms ook wel lastig. Want.. je wilt alle ballen even hoog kunnen houden. Het huishouden, je carrière, je sociale leven en natuurlijk het belangrijkste: die kleine spruit. Ik bespreek in dit artikel, terugkijkend op mijn vorige blogpost, of het mij bevalt en hoe veel uren ik nu werk.
Afgelopen week was de combinatie werken en moederschap groot in het nieuws. Want uit onderzoek blijkt dat veel vrouwen (ook als ze geen kinderen hebben) parttime werken. So what? Dacht ik. Moeten we toch lekker zelf weten? Als een 24 urige werkweek jou goed bevalt, moet je dat lekker doen. Of je er nu financieel onafhankelijk door bent of niet. Belangrijkste is dat je goed in je vel zit, zowel in je privéleven als op de werkvloer.
Afijn. ‘Back to working motherhood’. Eerder dit jaar, in mijn eerste werkweek, schreef ik een artikel over mijn werkdagen als moeder. Ik had van tevoren mede-moeders de vraag gesteld hoe zij het geregeld hebben en of het ze beviel. Uit de kleine enquête kwam voornamelijk het ouderschapsverlof naar voren. Hier maken veel moeders – en een aantal vaders- dankbaar gebruik van.
Een kleine opsomming:
Zoals je leest, de meeste moeders (of vaders) nemen een dag of een aantal uren ouderschapsverlof op. Ik ken er zelfs een aantal die een aantal maanden aan het zwangerschapsverlof hebben geplakt. Ook ideaal als je kindje een slechte opstart heeft of als je er in het eerste jaar gewoon fulltime voor hem/haar wilt zijn.
Hoeveel uur per week werk ik?
In de vorige update schreef ik al dat ik in de zomer zou gaan beginnen met mijn nieuwe baan. Een spannend en best intensief ding, omdat je je hele ritme opnieuw moet vinden. De start bij een compleet nieuw bedrijf maakt het geheel misschien nog wel zwaarder. Daarom heb ik er direct voor gekozen om wat minder te gaan werken dan ik in eerste instantie van plan was.
Het plan was – in mijn vorige functie – om 4 dagen te blijven werken. Zo behoud ik mijn salaris en kan ik mijn werk op een normaal tempo blijven doen. Lichtelijk jaloers was ik wel op vriendinnen die maar 3 dagen werken. Maar ja, werk voor 4 dagen in 3 dagen verrichten? Dat was ik niet van plan. Het zou me alleen nog maar meer stress opleveren en daar heeft Mats natuurlijk niets aan.
Tijdens het sollicitatiegesprek van mijn nieuwe functie als e-commerce marketeer wist ik dan ook meteen wat me te doen stond. Ik vroeg naar de mogelijkheid om net wat minder uren te werken (28 uur), dan de vacature in eerste instantie aangaf (32 uur). Dolblij was ik dan ook toen mijn nieuwe werkgever hiermee akkoord ging.
In de even weken werk ik 3 dagen en in de oneven weken werk ik 4 dagen.
Zowel thuis als op mijn werk een ideale indeling. In de week dat ik 4 dagen werk kan ik net wat meer dingen inplannen op kantoor en in de week dat ik 3 dagen werk krijg ik thuis meer gedaan. Ideaal. Ik kan niet zeggen dat ik de ene week fijner vind dan de andere. Het is voor mij gewoon de perfecte combinatie op deze manier.
Hoe regelen wij de opvang?
Wij hebben onwijs veel geluk met het feit dat Mats zijn oma’s in de buurt wonen en beiden met pensioen zijn. Ze passen allebei 1 keer in de week op en eventueel een extra avond als we een feestje of verjaardag hebben. Afgezien daarvan: ze vinden het ontzettend leuk om op te passen. We maken hen dan ook vaak genoeg duidelijk dat het niet moet, maar wel mag. Ze hebben allebei keihard gewerkt en ik zou het oneerlijk vinden als ik ze nu opzadel met oppasdagen waar ze niet op zitten te wachten.
Daarnaast is mijn man doordeweeks 1 dag vrij. Hij werkt gemiddeld 36 uur per week, waarvan hij 1 of 2 nachten van huis is. Oké, die avonden zijn soms aanpoten, maar ik heb het geluk met een vrij makkelijk en lief jochie dat slaapt als de beste.
1 dag in de week gaat Mats standaard naar een gastouder. Hij heeft nog geen nichtjes of neefjes en op deze manier leert hij om te gaan met andere kinderen.
Hoe zit dat met de kinderopvangtoeslag in 2018?
In het vorige artikel liet ik er een berekening op los. Loont het bijvoorbeeld wel om bijvoorbeeld 4 dagen te blijven werken? Of is de kinderopvang dermate duur dat het eigenlijk niets uitmaakt. Gelukkig is de kinderopvangtoeslag in de laatste jaren verhoogd, wat betekent dat je – in de meeste gevallen- meer verdient met werken dan met thuis blijven.
Dit jaar is het toetsingsinkomen om de kinderopvangtoeslag te berekenen iets meer – in ons voordeel- bijgesteld, waardoor het kan zijn dat je dit jaar net wat meer toeslag ontvangt. Kijk hier voor de tabel met alle kinderopvangtoeslagen per inkomen van 2018.
Vorig jaar maakte ik bovenstaande berekening en hij is inmiddels iets aangepast. Het uurtarief van de kinderopvang is in 2018 bijvoorbeeld verhoogd naar €7,45. Zo zie je dat het verschil tussen 20% meer of minder werken ruim €100 is. In de meeste gevallen zal 1 extra werkdag dus meer opleveren dan 1 dag thuis blijven en is het al lang niet meer ‘zoals vroeger’ 😉
Ben ik tevreden met deze indeling?
Ja. Ik kan wel zeggen dat ik tevreden ben. En Mats ook. Hij vindt het onwijs gezellig bij zowel zijn oma’s als de gastouder en is gemiddeld 4-5 dagen per week thuis. Bij zijn vader of moeder. Zelf worstel ik zo nu en dan wel met mijn eigen planning. In de avond werk ik aan mijn blog, op mijn vrije dagen aan het huishouden, zorg ik voor Mats en doe ik de boodschappen. Weinig vrije tijd blijft er op die manier over en.. zoals ik hierboven al schreef: het is lastig om alle ballen hoog te houden.
Maar ja; moet dat? Is een dag minder stofzuigen of extra kruimels op de keukenvloer het einde van de wereld? Nee. En dat zijn die melkvlekken in de bank ook niet.
Tijd doorbrengen met onze Mats, elkaar en daarnaast een leuke carrière. Ik reken mijzelf heel erg rijk.